Kromme
vingers steken
uitgedroogde letters
in gapende
monden, gretig likken
stomme tongen
restjes woord van leeggegeten schalen,
dovemansoren
herkauwen
magere
zinnen
tot
op
de
draad, ogen
tot spleetjes toegeknepen
speuren
door geel geworden
vergrootglazen
naar het
laatste
woord.