Twee weken geleden ging ik met mijn mentorklas (6 vwo) klimmen en boogschieten. Het was Michaëlsdag op de Vrije School, een dag om samen activiteiten te doen rondom moed en durf. Leerlingen die nog niet eerder geklommen hadden, zaten binnen no time op de klimwand en via kleurrijke greepjes bereikten ze met gemak een hoogte van 21 meter. Ik zekerde liever degenen die klommen. Klimmen en hoogtevrees gaan niet goed samen. Twee leerlingen haalden me over. ‘U zegt ook dat we romans moeten proberen die ons wat verder brengen dan dat we gewend zijn.’ Ze hadden gelijk. Ik haalde vier of vijf meter. Leesniveau 2 volgens Lezen voor de Lijst van Theo Witte, vrees ik.
Daarna volgde boogschieten, dat ging me in het begin ook niet goed af. In de kou naast de schaatsbaan mochten we in drie groepjes op een bord schieten met cirkels in verschillende kleuren.
Een leerling zag mij stuntelen. ‘Meneer, een weddenschap. Wie het dichtst bij of in de roos schiet, betaalt de ander €10,- euro.’
Ik twijfelde. Deze uitdaging moest ik aangaan. ‘Voor een verrassing doe ik het, niet voor geld,’ zei ik. Hij stemde in. De andere leerlingen keken toe. We spanden om de beurt onze boog, we hadden allebei drie pijlen. Hij schoot er een mis en twee op het bord, redelijk dicht bij de roos. Mijn eerste twee kwamen aan de rand van het bord terecht. De derde op de rand van de roos.
Vandaag kreeg ik de verrassing. Hij was speciaal naar de boekwinkel gefietst. Daar had hij ‘De boekenfluisteraar’ van Nico Keuning voor me gekocht en het prachtig laten inpakken. Wat een mooi en toepasselijk cadeau!