Categorie archief: onderwijs

Het mondeling

De mondelinge examens komen er weer aan. Dat betekent dat leerlingen gedurende ongeveer 20 minuten een gesprek voeren over hun gelezen boeken, of in ieder geval over de boeken die op hun lijst staan. Voor havo zijn dat 8 boeken en voor vwo 12, waarvan drie voor 1900 verschenen zijn. Op mijn beide scholen zijn geen vastgestelde lijsten waar leerlingen uit moeten kiezen, de keuze is vrij, als het maar overlegd wordt met de docent. Geijkte titels zoals De aanslag, De donkere kamer van Damokles, Max Havelaar, Karel ende Elegast en Hersenschimmen blijven terugkomen. Helaas veel boeken van witte mannen (als is dat met Karel ende Elegast niet bewezen). De titels van Nederlands leest (Mevrouw mijn moeder, De wandelaar) komen ook voor en verder nieuwere titels: Confettiregen, De avond is ongemak, De goede zoon en Vallen is als vliegen.

Eén van de 12 titels wordt vervangen door een poëziebundel die de leerlingen zelf samenstellen, met ongeveer 20 gedichten rondom een thema. Dat wordt doorgaans met plezier gedaan, soms staat er een eigen gedicht tussen van een leerling, op de laatste bladzijde.

Ik heb mijn eigen boekenlijst nog, uit 1992. Niet met een zelf samengestelde bloemlezing, wel met enkele dichtbundels, zoals God en godin van Leo Vroman. Mijn docent vond het leuk dat dat lange en prachtige gedicht op mijn lijst stond. In mijn lessen vertel ik er graag over en gelukkig wordt het elk jaar door een of twee leerlingen gelezen. Soms als tegenhanger van bijvoorbeeld De ontdekking van de hemel, omdat God en Godin wel een lang gedicht is, maar ook een dun bundeltje. Soms omdat de rest van de lijst van die leerling ‘zwaar’ genoeg is. Verder was mijn lijst geen originele lijst, al zullen Andreas Burnier en K. Schippers niet meer zo snel gelezen worden.

Bederft zo’n mondeling met leeslijst het plezier in lezen? Ik geloof van niet. Zeker niet als je leerlingen zelf laat kiezen en met hen meedenkt. In de les krijgen ze tijd om te lezen, en de discussie over welke boeken wel en niet mogen, voeren we ook in de klas. Natuurlijk houdt niet iedereen van lezen en natuurlijk leest niet iedereen alles, maar ergens hoop je toch een vonkje aan te blazen en daardoor iets van liefde voor de literatuur aan te wakkeren. En ja, mijn eigen boek mag ook op de lijst. Al is het alleen maar omdat daar geen samenvatting van te vinden is op Scholieren.com. 

Boekpresentatie De laatste klanken van Icarus

Op 4 november was het dan zover: de boekpresentatie van De laatste klanken van Icarus. Een belangrijk moment, het loslaten van een verhaal dat nu verder de wereld in mag. Maar hoe moet zo’n avond eruit komen te zien? Waar? Met wie?
De locatie was snel gekozen, een mooie boekwinkel in Den Haag. Het werd De Vries-Van Stockum die net is verhuisd naar de Passage in Den Haag. Een prachtige plek, Haagser kan bijna niet. En toch ook een beetje Parijs, zo’n passage.
En ik wilde graag leerlingen betrekken bij deze avond, omdat dat ook de lezers van nu zijn, en van de toekomst. Niet alleen die eindeloze leeslijst op school raakt aan de literatuur, ook een schrijversinterview op school of een boekpresentatie in de stad.
Twee leerlingen uit 6vwo van de Vrije School verzorgden het interview. Dat deden ze zeer goed: zonder de plot weg te geven en toch een beeld te schetsen van het verhaal. En drie leerlingen van de School voor Jong Talent zorgden voor de muzikale omlijsting: sonates van Bach, Salut d’Amour van Elgar en de Czardas. Muziek die ook in het boek voorkomt.
En niet onbelangrijk is dat er veel mensen waren, ook zonder hen had het niet gekund. Soms is pas achteraf duidelijk wat je voor ogen stond, als het geheel klopt. En dit klopte. Dankbaar ben ik voor zo’n mooie start van deze roman.  

De weddenschap

Twee weken geleden ging ik met mijn mentorklas (6 vwo) klimmen en boogschieten. Het was Michaëlsdag op de Vrije School, een dag om samen activiteiten te doen rondom moed en durf. Leerlingen die nog niet eerder geklommen hadden, zaten binnen no time op de klimwand en via kleurrijke greepjes bereikten ze met gemak een hoogte van 21 meter. Ik zekerde liever degenen die klommen. Klimmen en hoogtevrees gaan niet goed samen. Twee leerlingen haalden me over. ‘U zegt ook dat we romans moeten proberen die ons wat verder brengen dan dat we gewend zijn.’ Ze hadden gelijk. Ik haalde vier of vijf meter. Leesniveau 2 volgens Lezen voor de Lijst van Theo Witte, vrees ik.

Daarna volgde boogschieten, dat ging me in het begin ook niet goed af. In de kou naast de schaatsbaan mochten we in drie groepjes op een bord schieten met cirkels in verschillende kleuren.

Een leerling zag mij stuntelen. ‘Meneer, een weddenschap. Wie het dichtst bij of in de roos schiet, betaalt de ander €10,- euro.’

Ik twijfelde. Deze uitdaging moest ik aangaan. ‘Voor een verrassing doe ik het, niet voor geld,’ zei ik. Hij stemde in. De andere leerlingen keken toe. We spanden om de beurt onze boog, we hadden allebei drie pijlen. Hij schoot er een mis en twee op het bord, redelijk dicht bij de roos. Mijn eerste twee kwamen aan de rand van het bord terecht. De derde op de rand van de roos.

Vandaag kreeg ik de verrassing. Hij was speciaal naar de boekwinkel gefietst. Daar had hij ‘De boekenfluisteraar’ van Nico Keuning voor me gekocht en het prachtig laten inpakken. Wat een mooi en toepasselijk cadeau!

Inzicht – én lezen in de klas.

Vorige week maakte ik deze foto. Een trappenhuis. Hoewel, waar is de trap? En kijk je naar boven of naar beneden. Of juist recht vooruit? En wat zit er achter de ramen rechts? Ben je binnen of buiten?

Het is wel vaker niet wat je denkt dat het is. En dan ga je invullen, soms tegen beter weten in, en vaak ook te snel. Je houdt daarna vast aan waar je op uitgekomen bent: dat moet het zijn, het kan niet anders. Anderen kunnen je niet meer vermurwen en je blijft geloven in iets waarvan je in het begin niet zeker wist wat het was. Waarom? Is het angst dat je zelfvertrouwen gaat wankelen, dat anderen misschien gelijk kunnen hebben en je daarom minder serieus nemen, is het angst omdat je dan moeten toegeven dat je het misschien wel vaker mis had?
Maakt het veel uit als je iets niet zeker weet? Het is wat je denkt dat het is, als je maar weet dat het ook iets anders kan zijn. Net als in poëzie of proza. Ook daarin staat niet alles vast en zijn meer interpretaties mogelijk. Daarom is literatuuronderwijs van groot belang. Hoe te beginnen? Lezen in de klas, ook in de 5e en 6e van de middelbare school. Om leerlingen aan het lezen te krijgen en ervaringen te delen van wat er gelezen is. En het gebeurt vaak genoeg dat een leerling in de les niet wil stoppen met lezen.
Het verruimt je woordenschat, je zinsbouw én je blik.

Nog 4 dagen

Nog vier dagen en de klassen stromen weer vol. Vol met leerlingen, met hun energie en stiekem ook wel met positieve zin. De meesten willen wel weer naar school, al zullen ze dat niet allemaal hardop zeggen. En de leraren? Die ook. Die kunnen weer gaan nadenken: wat willen we overbrengen, hoe gaan we dan doen en vooral waarom?
De vraag is ook wie leert van wie? Onderwijs blijft een intrigerende wisselwerking, spiegels worden voorgehouden, verwachtingen blijven hangen in de lucht of worden ingelost, kennis wordt aangevuld, vaardigheden geoefend. Of ze allemaal even nuttig en bruikbaar zijn merken we en ze later wel. Nu gaat er in ieder geval weer iets stromen na zes weken. Door de gangen en door de hoofden. Ik kijk ernaar uit!